In 2011 werd het DRS-systeem geïntroduceerd. Met dit systeem kan de coureur zijn achtervleugel platter leggen, wat een positieve invloed heeft op de luchtweerstand en de neerwaartse kracht op de achterwielen. De weerstand wordt verlaagd waardoor de topsnelheid omhoog gaat. De reden dat dit ‘Drag Reduction System’ werd ingevoerd was omdat hiermee de inhaalbewegingen werden bevorderd. De wedstrijden werden hierdoor weer aantrekkelijker en sensationeler om te kijken. Het moet de dynamiek bevorderen.
Wanneer mag de DRS gebruikt worden?
De DRS mag niet onbeperkt gebruikt worden, hier zijn namelijk voorwaarden aan verbonden die bepaald zijn door het FIA. Zo mag de DRS alleen op vooraf bepaalde stukken van het circuit gebruikt worden. DRS mag ook alleen gebruikt worden na de tweede ronde van de race, of na de tweede vrije ronde na de inzet van een safety car. Om te DRS te mogen gebruiken moet de afstand tussen de coureur en zijn voorligger minder dan één seconde bedragen en het mag alleen gebruikt worden bij droog weer.
Training en kwalificatie
Vroeger kon de DRS bij de kwalificatierondes en trainingen op het circuit onbeperkt gebruikt worden. Dat mag sinds 2013 niet meer. Ook bij trainingen en kwalificatiesessies mag de DRS alleen in de daarvoor aangewezen zones gebruikt worden.